Algemene inleiding
We merken allemaal de verschillen van de vier seizoenen (winter, lente, zomer en
herfst); van het weer dat telkens verandert tot het jaarlijks terugkomen van dezelfde
kwaaltjes in een bepaald seizoen. We merken hoe verschillend de gevoelswaarden
kunnen zijn, waardoor we ieder seizoen andere bezigheden gaan ondernemen.
Dit zien we wanneer mensen bijvoorbeeld massaal op het terras gaan zitten, wanneer
het mooi weer wordt, of wanneer het moeilijker wordt om je optimaal te blijven voelen als
het buiten langer donker blijft.
Maar hoe kunnen de seizoenen dergelijke invloeden hebben op het lichaam?
In dit onderzoeksrapport zal helder worden gemaakt wat de seizoenen met de beleving
en de geestelijke gezondheid van de mens van doen kunnen hebben. Hiervoor is er
gebruik gemaakt van de Westerse en Oosterse wetenschapsfilosofie.
In de Westerse geneeskunde staat de mens los van de natuur. Zij zien het lichaam als
een machine waarbij elk onderdeel uit elkaar gehaald kan worden en weer kan worden
teruggeplaatst. In de Oosterse geneeskunde wordt verondersteld dat al het leven plaats
vindt binnen de cirkel van de natuur. In hun theorie is alles met elkaar verbonden en
wederzijds van elkaar afhankelijk.
Motivatie
De nieuwsgierigheid naar het onderzoeken hoe deze diverse invloeden van de
seizoenen de mens op een andere manier kan laten bewegen, heeft mede bijgedragen
aan de motivatie voor dit onderzoek. Het onderzoeksrapport zal gaan over de relatie
tussen de seizoenen en de stemming en geestelijke gezondheid van de mens. In dit
rapport staat daarom de volgende vraagstelling centraal:
IN HOEVERRE IS HET DENKBAAR DAT JAARGETIJDEN INVLOED HEBBEN OP DE STEMMING EN GEESTELIJKE GEZONDHEID VAN DE MENS?
Indeling
De indeling en structuur van dit onderzoeksrapport is als volgt opgebouwd:
In het eerste hoofdstuk wordt het verband tussen de vijf elementen, seizoenen,
klimaatfactoren en emoties van de traditionele Chinese geneeswijzen uitgewerkt.
Daarnaast wordt uitvoerig besproken wat deze alle teweeg kunnen brengen in het
lichaam. Daarop volgend wordt in hoofdstuk twee aandacht besteed aan hoe, volgens de
westerse geneeswijzen, de emoties worden gereguleerd in het lichaam. Er zal inzicht
worden gegeven in een aantal menselijke organismen, die verantwoordelijk zijn voor
deze regulatie. Hoofdstuk drie gaat over de stemmingsstoornis Seasonal Affective
Disorder. Dit is een Westerse geaccepteerde seizoensgebonden stemmingsstoornis.
Volgend daarop, zal er in hoofdstuk vier gekeken worden naar de stemmingsstoornissen
Depressie en Bipolaire stoornis. Na een omschrijving van de inhoud en kernbegrippen
volgt het mogelijke seizoensverband van deze stoornissen. Tevens zal dit hoofdstuk
ideeën voor mogelijk vervolgonderzoek bevatten. In hoofdstuk 5 zal tenslotte de
onderzoeksvraag beantwoord worden. Dit zal gedaan worden door een terugkoppeling
te maken naar de eerder besproken theorie van de voorgaande hoofdstukken.
Daarnaast zullen er ook conclusies worden getrokken.
1. De vijf elementen
1.1.Inleiding
Dat het weer invloed op het gedrag en het gevoel van de mens kan hebben, wordt
weinig bij stilgestaan. We denken pas na over een verband tussen het weer en ziekte
wanneer er zich gezondheidsklachten gaan voordoen in een bepaalde tijd van het jaar.
In de Traditionele Chinese geneeskunde is deze invloed vanzelfsprekend. Zij laten dit in
een verband zien met behulp van de vijf elementen. Deze elementen zijn: metaal, water,
hout, vuur en aarde. De vijf elementen worden gezien als de basis van lichamelijke en
geestelijke ziekten. De vijf elementen van de natuur staan verbonden met de seizoenen,
klimaatfactoren en emoties.
De seizoenen, die ze in de Chinese geneeskunde gebruiken zijn: herfst, winter, lente,
zomer en de nazomer. Ieder seizoen heeft zijn kenmerkende klimaatfactoren en deze
keren, ondanks afzonderlijke schommelingen, regelmatig in dezelfde volgorde terug. De
klimaatfactoren zijn: droogte, kou, wind, warmte en vochtigheid. Ze zijn op zich niet goed
of slecht. Echter, wanneer een specifiek weertype overheerst kan er een verstoring in
het lichaam ontstaan. Een voorbeeld hiervan is wanneer er teveel vocht in de natuur is.
Dit leidt tot een overmaat aan vocht in het lichaam. Daarnaast merken mensen, die
gevoelig zijn voor weersomstandigheden, aan hun gewrichten wanneer het gaat vriezen, doordat de klimaatfactoren ieder jaar in dezelfde volgorde terugkeren, keren ook de
gevolgen ieder jaar in dezelfde volgorde terug.
Zoals we klimaten in de seizoenen hebben, zo zijn er ook emoties in de menselijke
geest. Deze emoties zijn: verdriet, angst, woede, vreugde en herhaaldelijk denken. De
Chinese artsen zien het emotionele leven niet los van het fysieke leven. Ook emoties
spelen namelijk een rol bij gezondheid en ziekte, volgens deze artsen. Net als de
klimaatfactoren, zijn de emoties op zich geen ziekteverwekkers en komen bij alle
gezonde mensen voor. We beleven allemaal wel eens een van deze vijf emoties.
Wanneer een emotie overheerst, onvoldoende aanwezig is of plotseling heel krachtig
wordt over een langere periode, kan er onevenwichtigheid ontstaan.
In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de vijf elementen en de uit balans te raken
correspondenties die betrekking hebben op de seizoenen. De onderzoeksvraag van dit
hoofdstuk is: ‘wat is het verband tussen de vijf elementen en de seizoenen?’
1.2.Element metaal
In de Chinese geneeskunde is metaal een van de basis elementen en staat het in
verband met de herfst. De kracht van metaal is beperken, scheiden en verfijnen. Dit zien
we als metaal gaat samentrekken wanneer het koud wordt gemaakt. Dit seizoen is koel
waardoor de kracht van metaal samentrekken is.
De klachten die toegeschreven zijn aan het element metaal wanneer deze uit balans is,
zijn:
Ademnood, aandoening longen
Hoesten
Veel slijm
Gevoelig voor verkoudheid en griep
Spataderen, verstoring van de circulatie van de aderen
Langzaam herstel van de huid
1.2.1.Herfst- droogte
In de herfst is de zon minder aanwezig waardoor het in de avond eerder donker is, en in
de ochtend later licht. De temperaturen zijn in deze tijd van het jaar lager en er is
verandering van kleur in de natuur. De bomen keren zich terug naar de basis. Dit zien
we aan het verschrompelen, verdorren en later het verliezen van de bladeren. Dit
proces is het gevolg van droogte.
Wanneer de klimaatfactor droogte uit balans is, kunnen er klachten optreden, zoals:
Een gebarsten en een gerimpelde huid
Broze haren en nagels
Geïrriteerde ogen
Droge stoelgang en verstopping
Gebrek aan transpiratie
1.2.2.Verdriet
Net zoals de bomen zich terugkeren naar de basis en hun bladeren verliezen, hebben
personen in de herfst een gevoel van naar binnen keren en verlies. Dit ervaren we
doordat we afscheid moeten nemen van de warmte en de daglengte door het
verminderen van het zonlicht. Als men vol is van verdriet raakt deze geïsoleerd van het
leven. De gevoelens verdorren en de motivatie verkruimelt, net zoals de bladeren van de
bomen in het najaar.
De emotie verdriet is in evenwicht wanneer het geuit kan worden als noodzakelijk. Verdriet kunnen we op verschillende manieren uiten:
We kunnen naar binnen gekeerd zijn en verdriet niet de ruimte geven uit angst voor de gevoelens.
We kunnen het verdriet uiten door veel huilen en het verdriet de ruimte te geven.
Wanneer verdriet uit balans is kunnen er klachten optreden, zoals:
Een gevoel van beklemming en afsluiting
Isolatie van het leven
Gevoelens verdorren en de motivatie zakt weg
Depressiviteit
Zelfmedelijden
Geen risico nemen
Mee laten slepen door verlangens
Gefocust op emoties binnen te houden
Uitputting van het lichaam
Overmatige controle
1.3.Element water
Het element water staat in verband met de winter. Het menselijk lichaam bestaat voor
70% uit water. We zien in de scheikunde dat water van zichzelf vloeibaar is, maar
wanneer we het flink koud maken wordt het een vaste stof. Dit toont aan hoe gevoelig
water is voor kou. Zo gebeurt het ook in het lichaam. De kou vertraagt de circulatie van
bloed en vloeistoffen. Net zoals het water een vaste stof wordt, zorgt dit in het lichaam
tot stilstand van het bloed en vloeistoffen. De kracht van water is consolidatie (vast
worden).
De klachten die toegeschreven zijn aan het element water, wanneer deze uit balans is,
zijn:
Gevoeligheid en pijn in de onderrug
Losse tanden
Doofheid, oorsuizingen
Zwak gezichtsvermogen
Dunner wordend of uitvallend hoofdhaar
Zwakke en pijnlijke enkels, knieën en heupen
Impotentie
Onvruchtbaarheid en terugkerende miskramen
Genetische beschadiging
1.3.1. Winter- kou
In de winter zijn de dagen kort met lagere temperaturen, doordat er weinig zon is (en de
zon lager staat). De activiteiten van de dieren in de natuur verminderen en de dieren trekken zich terug. Dit herkennen we aan de dieren die een winterslaap houden en de vogels die op zoek gaan naar een warmer oord. Ook de planten en bomen stoppen met de groei. Wanneer we kijken naar de mensheid zien we ook dat deze in de winter meer op zichzelf gericht zijn en meer binnenshuis leven. De natuur lijkt op dit moment stil te staan. De winter is het seizoen dat gedomineerd wordt door kou. Kou vertraagt chemische processen en laat dingen afkoelen. Dit proces is in de natuur te zien aan de vijvers, die bij vorst verharden tot ijs. Wanneer we een koud gevoel hebben en de weersomstandigheden ook koud zijn, worden de klachten van kou erger.
Wanneer de klimaatfactor kou in het lichaam uit balans is, kunnen er klachten optreden, zoals:
Het lichaam voelt gedeeltelijk of geheel koud aan.
Het samentrekken van spieren door rillingen
Kippenvel
Er bleek uit gaan zien
De handen, voeten, nagelbed en lippen gaan verkleuren
Een verlangen naar warmte
1.3.2. Angst
Angst is een normale reactie in het lichaam en geest. Het beschermt en bereid je voor
op situaties die een risico hebben of gevaarlijk zijn. Net zoals in de winter de vijvers
verharden tot ijs, zorgt angst ervoor dat het lichaam verkrampt.
Wanneer er een gebrek aan angst is, ziet men geen gevaar en gaat steeds grenzen over door gevaarlijke dingen te ondernemen. De emotie angst is in evenwicht wanneer men
moed heeft met voorzichtigheid door langzaam de angst te overwinnen.
Wanneer de emotie angst in overmaat is kunnen er belemmeringen optreden, zoals:
Verkramping van het lichaam, het wordt koud, stram en stijf. Bevriezen van angst.
Controle verliezen.
Afstandelijk zijn.
Isoleren en verbergen voor de buitenwereld door verwachting van bedreigingen.
Kritisch zijn.
Cynisch zijn, een geloof dat de wereld hard, onveilig en onvriendelijk is.
1.4 Element hout
Het element hout staat in verband met de lente. De kracht van het element hout is
uitbreiding, zoals de natuur zich gaat uitbreiden in de lente.
De klachten die toegeschreven zijn aan het element hout wanneer deze uit balans is, zijn:
Prikkelbaarheid, opvliegendheid
Verplaatsende pijn onder de ribben, in de onderbuik en de lies
Misselijkheid
Bittere smaak in de mond
Onregelmatige menstruatie
Afwijkingen aan de vinger- en teennagels
Pijn in de ogen en oren, coördinatie en evenwicht stoornis
Spanning, kramp en spasmes van de spieren, zenuwen en organen
1.4.1. Lente- wind/ beweging
In de lente beginnen de dagen langzaamaan langer te worden. De zon laat zich geregeld
zien en we ruiken allerlei frisse geuren, zoals die van gras en bloemen. De lente is het
ontstaan van nieuw leven en groei. De bomen en planten beginnen in beweging te
komen. De bladeren en zaden gaan open en de vogels gaan fluiten. De mensen worden
vrolijker en komen tot leven door de eerste warme zon. We komen in beweging om de
plannen die we in de wintermaanden hebben gemaakt uit te voeren. De bewegingen in
de natuur worden in de Chinese geneeskunde benoemd als de klimaatfactor wind. Het is
een beweging die onvoorspelbaar toeneemt en afneemt. Het verstoort ook de plaats en
richtingen van andere dingen. De beweging van de klimaatfactor wind wordt niet alleen
omschreven als bewegende lucht, maar ook als verandering van omstandigheden. De
beweging in het lichaam is net als de beweging in de natuur. Zoals de wind zijn weg
vindt tussen de kieren en de spleten van de deuren, zo dringt wind ook het lichaam
binnen. Wanneer er wind in het lichaam binnendringt, wordt de inwendige circulatie
verstoord.
Wanneer de klimaatfactor wind uit balans is, kunnen er zich ongemakken voordoen,
zoals:
Gespannen gezicht bij winderig weer.
Schouders op of naar voren waardoor we schouderklachten kunnen krijgen.
Zwevende pijnen die plotseling onvoorspelbaar opkomen en verdwijnen in de: spieren, vaten, huid en inwendige organen.
1.4.2.Woede
Bij woede is er veel beweging in het lichaam. De suikerstofwisseling en de bloeddruk
gaan omhoog, het hart gaat sneller kloppen en de adrenaline in het bloed stijgt. Het
lichaam maakt zich klaar om te kunnen reageren. Boos worden is een normale reactie,
net als de wind die door de bomen raast. We kunnen door boos te zijn anderen vertellen
dat de grens is bereikt.
Men kan zich weer energiek en krachtig voelen wanneer de boosheid af en toe een keer
flink geuit is. Wanneer het niet geuit kan worden, vreet het energie.
Wanneer de emotie woede in evenwicht is, tonen we zelfrespect en zijn we
besluitvaardig.
Wanneer de emotie woede uit balans is, kunnen er zich belemmeringen voordoen, zoals:
Plotseling driftig uit kunnen vallen, zoals onvoorspelbare en krachtige voorjaarsstormen
Gefrustreerd, geïrriteerd en/of prikkelbaar
Opgewonden
Ongeduld
Agressie
Niet in staat gevoelens gepast in toom te houden
Labiel
Impulsief, onnadenkend
Een sneller kloppend hart
Het vrijkomen van adrenaline
1.5. Element vuur
Het element vuur staat in verband met de zomer. Net zoals de zomerzon, is vuur warm,
straalt het en breid het uit. Het element vuur heeft de kracht van warmte. Warmte
versnelt chemische processen. Zo zien we dat warmte ervoor kan zorgen dat twee
stoffen zich gemakkelijk samenvoegen, zoals suiker in warm water.
De klachten die toegeschreven zijn aan het element vuur wanneer deze uit balans is,
zijn:
Onregelmatige hartslag, hartritmestoornis
Pijn op de borst
Zweten
Rusteloosheid
Spraakstoornis
Slaapstoornis
1.5.1. Zomer- warmte
In de zomer is de kracht van de zon het sterkst. Het aantal zonuren is in dit seizoen het
langst. De zon zorgt voor licht en warmte, wat we terug zien in de temperaturen die
stijgen en de daglengte die langer wordt. De warmte versnelt de stofwisseling in het
lichaam. Het verwijd de bloedvaten en het laat het hart sneller kloppen, wat de circulatie
van de bloedsomloop activeert. Warmte stijgt op naar de oppervlakte en verdeelt zich. In
de fysica zien we dit bij het verwarmen van water wat waterdamp wordt. Wanneer
warmte in het lichaam is, voelen we heet aan of zien we er rood uit.
Wanneer de klimaatfactor warmte in het lichaam uit balans is kunnen er zich
ongemakken voordoen, zoals:
Weinig plassen, doordat het lichaam veel vocht nodig heeft om de warmte te kunnen lozen
Een verlangen naar een koude douche en gekoeld drinken
Het vermijden van warm voedsel, warm drinken en warm weer
Transpiratie
Een gevoel van onrust, angst of bedruktheid
Licht verward raken
Een verhoogde polsslag en temperatuur
Beven en trekkingen
1.5.2.Vreugde
Net als warmte zich uitbreidt, laat vreugde zijn energie verspreiden. Het neigt te
vervliegen en verloren te gaan, zoals waterdamp door verhitting. We worden duizelig en
zwak, doordat overmatige vreugde je lichaam uitput. Dit is hetzelfde als dat we van een
intense hitte in de zomer uitgeput en leeg kunnen raken.
De emotie vreugde is in evenwicht wanneer er uiting is van kalmte en liefde.
Wanneer de emotie vreugde uit balans is, kunnen er zich belemmeringen voordoen, zoals:
Uitgeput raken door steeds op zoek te zijn naar stimulatie.
Opgewondenheid. Dit blijkt uit giechelen en veel praten.
Niet in staat zijn om zonder de steun en de aandacht van anderen interesses en opwinding te behouden.
Niet graag alleen zijn, voelt levenloos wanneer men alleen is.
Het krijgen van angsten. Gevolgen: nervositeit, concentratieproblemen, vergeetachtigheid, beklemming op de borst, slapeloosheid en wanhoop.
Het ontspant het hart waardoor het minder effectief kan functioneren. Gevolgen: bloedcirculatieproblemen, benauwdheid, hartkloppingen en vermoeidheid.
1.6. Element aarde
Het element aarde staat in verband met de nazomer. Het element aarde heeft de kracht
van mindering. In deze periode lijkt de tijd stil te staan. Alle pracht wat gegroeid en
volgroeid is van de zomer, blijft nog hangen en is klaar om geoogst te worden.
De klachten die toegeschreven zijn aan het element aarde, wanneer deze uit balans is,
zijn:
Storing van de spijsvertering
Opzwelling van de onderbuik, winderigheid, dunne ontlasting
Weinig eetlust of teveel eten
Bloedarmoede door ondervoeding of slechte opname
Aambeien
Blauwe plekken
1.6.1. Nazomer- vocht
De nazomer is het vijfde seizoen in de Chinese geneeskunde. De zomer die wij in het
westen kennen, is opgesplitst in de zomer en de nazomer. De eerste 46 dagen is de
zomer, de volgende 46 dagen de nazomer. In de nazomer verandert het weer ten
opzichte van de zomer. Er ontstaat een drukkende atmosfeer; de lucht staat stil door het
toenemende vocht. Door de vochtigheid of de hogere vochtigheidsgraad ontstaat er
meer kans op wolken en regenbuien.
Wanneer de klimaatfactor vocht in het lichaam uit balans is, kunnen er ongemakken
voordoen, zoals:
Oedeem, vochtophoping.
Overtollige afscheiding, vaak troebel dik of kleverig.
Stiltand of blokkade van de circulatie.
1.6.2.Herhaaldelijk denken
Net zoals in de nazomer de lucht stil staat, staan ook de gedachten stil in dit seizoen.
Hierdoor blijven we steeds dezelfde gedachten in kringetjes herhalen. Wanneer de
gedachte niet verder kan, heeft dit meer gepieker tot gevolg.
Wanneer het denken in evenwicht is, is er uiting van sympathie en concentratie.
Wanneer we geen balans hebben in het denken kunnen er belemmeringen ontstaan,
zoals:
Tot weinig handelen komen
Trage bewegingen, lui en niet reagerend
Gefixeerd op zorgelijke gedachten en ideeën
Verstrikt raken in gedachten die in cirkels blijven ronddraaien
Geobsedeerd zijn
Behoefte aan mensen hebben
1.7. Conclusie
De vraagstelling voor dit hoofdstuk was: ‘wat is het verband is tussen de vijf elementen en de seizoenen?’
We geven antwoord op deze vraagstelling met behulp van de theorie van de vijf elementen uit de traditionele Chinese geneeskunde. Volgens deze theorie zijn seizoenen, klimaatfactoren en emoties verbonden met de vijf elementen uit de natuur. De herfst, droogte en verdriet zijn verbonden met het element metaal (1.2). De winter, kou en angst corresponderen met het element water (1.3). De lente, wind en woede gaan samen met het element hout (1.4). De zomer, warmte en vreugde zijn verbonden
met het element vuur (1.5). De Chinese geneeskunde kent de nazomer als het vijfde seizoen. Dit seizoen wordt gekenmerkt door vocht en herhaaldelijk denken en corresponderen met het element aarde(1.6).
Op grond van de bovenstaande redeneringen kan worden geconcludeerd dat het
verband tussen de vijf elementen, de seizoenen en de bijbehorende lichamelijke en
psychische klachten staat vastgesteld in de theorie van de vijf elementen uit de
traditionele Chinese geneeskunde.
In het volgende hoofdstuk laten we zien hoe de regulatie van emotie in het lichaam
werkt en welke klachten dan voor kunnen komen volgens de Westerse geneeskunde.
2.Temperatuur- en emotieregulatie in het lichaam
2.1. Inleiding
In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat in de traditionele Chinese geneeskunde
de seizoenen, klimaatfactoren en emoties een onderling verband hebben in de theorie
van de vijf elementen. De vanzelfsprekendheid in de Oosterse geneeskunde is dat de
emoties klachten in het lichaam kunnen veroorzaken en dit zien we dan ook terug in het
vorige hoofdstuk.
Hoe de regulatie van de temperatuur en emoties in de Westerse geneeskunde werkt en
wat voor klachten hieruit voort kunnen komen, laten we in dit hoofdstuk zien. We zullen
een aantal lichamelijke mechanismen en wetenschappelijke onderzoeken toelichten om
een antwoord op de vraagstelling van dit hoofdstuk te kunnen geven. De vraagstelling
van dit hoofdstuk luidt als volgt: ‘hoe reageert het lichaam op stemming en emotie
volgens de visie van de Westerse geneeskunde?’
2.2. Limbische systeem
In het randgebied van de grote hersenen worden de emoties gereguleerd. Dit
randgebied heet het limbisch systeem. Het lichaam ontvangt en verstuurt continu
informatie via het zenuwstelsel naar de hersenen in de vorm van vibraties. De informatie
uit het lichaam en de hersenen geven gedrag en emotie terug. De verschillende
gevoelens interpreteren de hersenen als verschillende vibraties. Het kan zijn dat het
lichaam ‘verslaaft’ raakt aan een bepaalde vibratie en de andere vibraties verstoot. Dit is
bijvoorbeeld wanneer we een lange tijd boos zijn geweest. In deze tijd accepteert men
alleen de ‘woedevibraties’ en neemt men de vibraties, die geluk veroorzaken, niet op. Zo
heeft het limbisch systeem door de emotionele lading aan waarnemingen, gedachten en
gedragingen invloed op het gedrag en het denken. Er wordt hierdoor een richting
gegeven aan ervaringen van plezier en ongenoegen, van geluk en verdriet. Het bepaalt
waar we in geïnteresseerd zijn en waar we tot aangetrokken zijn. De wijn of de
chocolade worden ‘geproefd’ door de schors van de hersenen, maar of het lekker,
neutraal of vies smaakt wordt ‘bepaald’ door het limbisch systeem. De belevenis werkt
op dezelfde manier. Wat men mooi of lelijk vindt en dat wat opwindend of saai is, wordt
‘bepaald’ door het limbisch systeem. Door kleine schommelingen in de stemming, die
ieder mens dagelijks ervaart, is de overtuiging ontstaan dat het limbisch systeem invloed heeft op het leven. Wanneer er een geval is van een stemmingsstoornis, zoals
bijvoorbeeld een depressie, is de invloed duidelijk. Zo zien we dat het limbisch systeem het vermogen om ons te kunnen binden, stuurt en het als besturingscentrum van de
stemming werkt. Hoe actiever het limbisch stelsel is des te negatiever de verwachtingen
van een persoon zijn. Wanneer het niet zo actief is, is de houding positief.
Het limbisch systeem geeft sturing aan:
De emotionele herinneringen
De emotionele kleuring
De eetlust
De slaapcyclus
Het libido
2.3. Stressmechanisme
Verdriet, angst, woede, vreugde en herhaaldelijk denken kunnen opgeroepen worden
door stressoren. Dit zijn oorzaken, die kunnen zorgen dat we in een toestand van stress
terecht komen. De stressoren kunnen zo belastend zijn, dat de draagkracht van het
lichaam niet voldoende is waardoor we klachten kunnen krijgen. De klachten kunnen
zich voordoen in de spieren, gewrichten, huid en organen.
Stressoren kunnen verandering in gedrag veroorzaken, zoals:
Opwinding.
Onzekerheid.
Irritatie.
Agressie.
Zorgelijkheid.
Onrust.
Somberheid.
Wantrouwen.
Ontevredenheid.
Vergeetachtigheid.
Verwardheid.
Oogkleppen op hebben.
Beoordelingsfouten.
Alcoholisme.
Werkverzuim en jobhopping.
Geneigdheid tot ongelukken.
Slechte prestatie.
Gebrek aan emotie, motivatie en enthousiasme.
Stressoren kunnen fysieke klachten veroorzaken, zoals:
Hoofdpijn.
Stijve spieren.
Huiduitslag.
Rugpijn.
Maag- en darmklachten, zweren.
Duizeligheid.
Hoge bloeddruk.
Pijn op de borst.
Hyperventilatie.
Hartkloppingen, hartinfarct.
Zweten.
2.4. Kerntemperatuur
Het is persoonlijk voor welke stressoren een mens gevoelig is. De stressoren kunnen op
verschillende manieren worden beleefd en verwerkt. In de theorie over stressoren wordt
de nadruk gelegd op factoren, die stress oproepen. Een van de stresssoren kan het
klimaat zijn. De lichaamstemperatuur kan veranderen door de veranderingen in het
klimaat. Dit komt doordat het lichaam werkt zoals de thermostaat in huis.
De thermostaat, die voor de temperatuurregeling in het lichaam zorgt, bevindt zich in de
hersenen. De kerntemperatuur in het lichaam is met behulp van deze thermostaat
afgesteld op zevenendertig graden Celsius. Wanneer de kerntemperatuur van het
lichaam daalt, wordt eerst de warmteafgifte van het lichaam aangepast. Er gaat dan
minder warm bloed door de huid stromen. We verliezen hierdoor minder warmte.
De warmteproductie wordt verhoogd wanneer de kamertemperatuur onvoldoende is. Dit
doet het lichaam bijvoorbeeld door het verhogen van de spiertonus. We gaan dan rillen
of onwillekeurige bewegingen maken. Het effect van deze reactie is het stoppen van de
daling en vervolgens een stijging van de kerntemperatuur. Het
temperatuurregulatiecentrum zorgt voor het constant houden van de kerntemperatuur in
het lichaam.
De thermostaat in een huis kan alleen maar de verwarmingsketel aansturen om de
temperatuur bij te stellen. Als de ramen en deuren openstaan, wordt het effect
tenietgedaan en laat de thermostaat de verwarmingsketel aanhoudend branden. Het
temperatuurregulatiecentrum van het lichaam heeft een vergelijkbare situatie tijdens
zware lichamelijke inspanningen in een warme en vochtige omgeving. De
geproduceerde warmte door de spieren kan het lichaam dan moeilijk kwijt. Dit komt
doordat het temperatuurverschil tussen de huid en de omgeving klein of zelfs het
tegenovergestelde is. De hoge vochtigheidsgraad van de lucht kan op dat moment het
geproduceerde zweet nauwelijks verdampen. In het lichaam kan de warmte zo hoog
worden dat de kerntemperatuur boven de 40 graden Celsius komt. Er ontstaat dan een
gevaarlijke situatie, die kenmerkend is voor warmtestuwing of zonnesteek. Hierbij kan de
thermostaatfunctie zodanig ontregelt raken dat deze niet meer te herstellen is, waardoor het slachtoffer kan overlijden.
2.5. Wetenschappelijk onderzoek
Het eerste onderzoek is een verslag uit 1991 in het New England Journal of Medicine,
waar een verband wordt aangetoond van stress en de vatbaarheid voor een
verkoudheid. De psycholoog Sheldon Cohen, van de Carnegie Mellon Universiteit, deed
onderzoek naar dit verband. Voor het onderzoek spoot hij een groep proefpersonen in
met een bepaalde hoeveelheid van één van de vijf verschillende verkoudheidsvirussen.
Onder de proefpersonen die elk verkoudheidvirus ingespoten hadden gekregen, bleek
dat de kans dat ze verkouden werden gelijk stond aan de hoeveelheid stress die ze,
vervolgens naar eigen zeggen, op dat moment ervaarde.
Inmiddels bestaan er ook aanwijzingen dat emotioneel belastende situaties, stress,
meerdere ziekten kunnen veroorzaken, zoals:
Maagzweren
Hoge bloeddruk
Hartziekten
Hoofdpijn
Infectieziekten
Rugpijn
Ongevallen
Mogelijk zelfs kanker
Het tweede onderzoek is op basis van een praktijkonderzoek door huisarts Oosterhuis
(1982). Hij constateerde dat personen met klachten in de omgeving van de nek en/of schouder vaak in concreet bedreigende of woedeopwekkende situaties zitten. In dit soort
situaties waren zij boos, geïrriteerd of geërgerd. Deze personen houden zijn of haar woede in door de schouderspieren aan te spannen. Wanneer de situatie niet verandert
en de persoon zijn of haar gevoel niet uit, bestaat de kans dat hij of zij er nek- en
schouderpijn aan over houdt.
Personen die klachten hebben in de lage rug, lendenen of lager, zitten vaak in situaties waarin zij zich verdrietig of onmachtig voelen. Deze personen voelen zich verdrietig en
teleurgesteld, maar uiten deze gevoelens niet. Wanneer de situatie niet verandert en ze ‘steun’ missen, kan de lage rug hol worden en rugklachten tot gevolg hebben.
Personen die klachten hebben in de buik of ingewanden zitten vaak in situaties waar zij
zich angstig en onzeker voelen. Ze krijgen buikpijnklachten, doordat ze deze gevoelens
onderdrukken. Vaak zijn deze buikklachten ‘ja-nee-klachten’. Een kenmerk van deze
spanningen en pijnen is de dubbele sturing van het lichaam.
Deze zorgt ervoor dat aanzet tot actie geproduceerd wordt maar ook tevens de
blokkering ervan. De reactie blijft hierdoor ‘steken’.
Oosterhuis komt tot de conclusie dat nek en schouderpijn, rugpijn, en buikpijn, waarvoor
geen medische oorzaak wordt gevonden, psychosomatisch is. Daarnaast concludeert hij
dat medisch onderzoek niets zal opleveren.
2.6. Conclusie
De vraagstelling in dit hoofdstuk was: ‘hoe reageert het lichaam op stemming en emotie volgens de visie van de Westerse geneeskunde?’. Met behulp van een aantal
lichamelijke organismen en wetenschappelijke onderzoeken geven we antwoord op deze
vraagstelling.
Het limbische systeem, dat gelokaliseerd is in de hersenen, is het emotionele brein. Het
reguleert de emotionele herinnering, de emotionele kleuring, de eetlust, de slaapcyclus en het libido (2.2). De emoties zijn stressoren, die belastend voor het lichaam kunnen
zijn wanneer de draagkracht niet voldoende is. Verandering in gedrag en fysieke klachten kunnen dan tot uiting komen (2.3).
Een andere stressor is het klimaat. Zo werkt het lichaam als een thermostaat en regelt het de temperatuur in het lichaam. Wanneer de temperatuur buiten het lichaam daalt of
stijgt zorgt het lichaam ervoor dat de kerntemperatuur rond de 37 graden blijft (2.4).
Uit de onderzoeken in dit hoofdstuk blijkt dat stressoren de kans op een verkoudheidvirus verhogen en fysieke klachten kunnen veroorzaken. Voor deze klachten
kan geen medische oorzaak gevonden worden en de klachten zijn daarom psychosomatisch (2.5).
In achtneming van het bovenstaande kan dus worden geconcludeerd dat het menselijk lichaam, door middel van het limbische systeem, reageert op stressoren die verandering in gedrag of lichamelijke klachten kunnen veroorzaken wanneer de draagkracht onvoldoende is.
In het volgende hoofdstuk beschrijven we een westers seizoensgebonden ziektebeeld.
3.Westerse visie van seizoensinvloed
3.1. Inleiding
In het vorige hoofdstuk hebben we laten zien hoe de emotieregulatie in het lichaam verloopt. Dit is van belang, omdat we in de Chinese geneeskunde hebben gezien dat emoties en seizoenen een onderling verband hebben. De Westerse geneeskunde ziet de natuur (de seizoenen) en het menselijk lichaam (de emoties) niet verbonden met elkaar, waardoor het volgens de westerse visie onmogelijk is om uit deze combinatie een seizoen verband te leggen. Wel kennen ze een seizoensgebonden depressie, waarbij aangetoond is dat deze alleen voorkomt in een bepaald seizoen.
In dit hoofdstuk gaan we dieper in op dit ziektebeeld en bekijken we hoe ze de seizoensinvloed vaststellen. De vraagstelling van dit hoofdstuk is: ‘hoe stellen we in de westerse geneeskunde de seizoensgebonden invloed vast in de Seasonal Affective Disorder?’
3.2. Seasonal Affective Disorder
We zijn bekend met de winterdepressie. Een andere benaming voor de winterdepressie is ook wel een Seasonal Affective Disorder. Deze vorm van depressie is in de westerse
geneeskunde een seizoensgebonden depressie. De oorzaak van een Seasonal Affective Disorder (SAD) is het tekort aan licht. Een mildere vorm van SAD is de Syndromal
Seasonal Affective Disorder (SSAD). Ook bij deze variant is de oorzaak een tekort aan licht. Het verschil is te zien in de klachten. Bij SAD is er sprake van lichamelijke en geestelijke klachten. Bij SSAD zijn het alleen lichamelijke klachten.
3.3. Ontwikkeling SAD
In de periode van de herfst tot en met eind maart is het ‘s avonds eerder donker en
‘s ochtends later licht. De periode met de kortste dagen is van oktober tot en met
februari. De kans op een winterdepressie is in deze periode het grootst. Het gebrek aan licht kan leiden tot stress, depressiviteit, slaapstoornis en een verstoord dag- en
nachtritme. Wanneer de stemming verslechtert bij een verkorte daglengte en de
effecten van lichttherapie helpen, kan er vastgesteld worden dat de persoon een
winterdepressie heeft.
Wanneer iemand lijdt aan een winterdepressie heeft men een stoornis in het circadiaans ritme, het 24 uurs ritme. Dit ritme wordt gestuurd door de biologische klok. De
biologische klok vertelt het organisme de tijd van de dag en de tijd van het jaar, omdat deze gevoelig is voor de licht- en donkercyclus.
De juiste hoeveelheid licht kan onevenwichtigheden van het autonome zenuwstelsel en de endocriene klieren herstellen. Het autonome zenuwstelsel regelt de ademhaling, de
spijsvertering en het vernauwen van de bloedvaten. Daarnaast beïnvloedt het de
hartslag. De endocriene klieren zorgen voor een goede afgifte van hormonen in het
lichaam. De pijnappelklier is één van de endocriene klieren, die hier belangrijk is. De
pijnappelklier bevindt zich in de hersenen en is via het netvlies de lichtmeter van het
lichaam. Wanneer er minder licht is, stimuleert de pijnappelklier het lichaam om meer
melatonine te produceren.
Melatonine is een hormoon dat geproduceerd wordt uit serotonine. Het geeft tevens een
slaperig gevoel. Serotonine is een signaalstof waar je blij en gelukkig van wordt.
Wanneer er een lichttekort is heeft de persoon meer melatonine tegenover serotonine in
het lichaam waardoor men meer moe is en minder blijdschap en geluk beleefd.
3.4. Seizoensgebonden patroon
Wanneer er een vast verband wordt gezien tussen de jaargetijden, lichtval en
depressieve symptomen noemen we het een seizoensgebonden patroon.
Het seizoensgebonden patroon wordt gediagnosticeerd wanneer:
Er een regelmatig verband is aan de ene zijde een depressieve periode of een bipolaire stoornis en aan de andere zijde het seizoen herfst of winter
De depressieve periode of bipolaire stoornis volledig verdwenen is in de lente
De laatste twee jaar tijdens de herfst of de winter een depressieve periode of een bipolaire stoornis is geweest, die in de lente weer verdwenen is
Het aantal seizoensgebonden depressieve periodes, of de bipolaire stoornis, meer voorgekomen zijn dan de niet-seizoensgebonden depressieve periodes, of de bipolaire stoornis
3.5. Symptomen
De klachten van een winterdepressie zijn niet altijd hetzelfde. De mate van de klachten
kunnen dan ook verschillen per winterdepressie.
De klachten die ieder jaar kunnen ontstaan, ergens in de herfst of winter, zijn:
Moe, lusteloos
Behoefte aan slaap, verlies van energie
Veranderd slaappatroon, moeilijk inslapen, vroeg wakker zonder nog te kunnen slapen, moeite met opstaan, dutjes overdag, gevoel van nooit uitgeslapen zijn
Interesseverlies
Stemming verslechterd, somber
Concentratieproblemen
Prikkelbaar
Emotionele labiliteit
Weinig of geen plezier beleven
Meer eten van voedsel en snoep met veel calorieën, gevolg toename van lichaamsgewicht
Afname seksuele behoeften
Afname sociale contacten, of neiging tot sociale isolatie
In vergelijking met de personen die een niet-seizoensgebonden depressie hebben,
slapen de personen met een seizoensgebonden depressie vaak langer dan normaal en
nemen zij in gewicht toe door meer te eten.
3.6. Behandeling
Mensen die leiden aan een seizoensgebonden depressie reageren zeer goed op
blootstelling van blauw, fel kunstlicht. Er wordt een verbetering van 70 tot 80%
waargenomen bij mensen met een winterdepressie na blootstelling van kunstlicht op het
netvlies. Het effect van het blootstellen van fel kunstlicht op het netvlies is bij toeval
ontdekt. Sinds de ontdekking wordt er gezocht naar een verklaring voor het effect.
3.7. Onderzoek naar lichttherapie
In een onderzoek is de werkzaamheid van kunstlicht vergeleken met de werkzaamheid van een suggestie van kunstlicht.
Personen met een winterdepressie werden in twee groepen gesplitst:
De eerste groep is gedurende drie uur in de ochtend op drie achtereenvolgend dagen blootgesteld aan licht met een intensiteit van 2500 lux (één lux is de hoeveelheid licht die een brandende kaars afgeeft en op een meter afstand wordt waargenomen).
De tweede groep kreeg gedurende drie uur in de ochtend op drie opeenvolgende dagen in een nagenoeg verduisterd vertrek de suggestie van licht aangeboden; placebo. Dit werd gedaan door een hypnotherapeut, die suggereerde dat de proefpersoon op dat moment werd blootgesteld aan intensief licht, bijvoorbeeld op een strandstoel in de zon.
Na afloop van beide experimenten waren in beide groepen gelijke, flinke verbeteringen
waar te nemen. Na tien dagen was het positieve effect van het denkbeeldige licht van de
hypnotherapeut verdwenen. Daartegenover was het effect van het echte kunstlicht nog
steeds aanwezig. Uit dit onderzoek bleek dus dat kunstlicht een betere werking had dan
een suggestie van licht.
3.8. Conclusie
De vraagstelling in dit hoofdstuk was: ‘hoe stellen ze in de westerse geneeskunde de seizoensgebonden invloed vast in een depressieve stoornis?’ We geven antwoord op deze vraagstelling met behulp van een uitwerking van de Seasonal Affective Disorder, winterdepressie.
De winterdepressie ontstaat door een tekort aan licht waardoor er lichamelijke en geestelijke klachten kunnen ontstaan (3.2). De periode waarin de winterdepressie voor kan komen, is van oktober tot maart. Dit zijn de herfst en de winter. Het tekort aan licht wat we in deze maanden kunnen ervaren, kan stress, depressiviteit, slaapstoornis en een verstoord dag- en nacht ritme tot gevolg hebben. Het lichaam is gevoelig voor de hoeveelheid licht, wat via het netvlies binnenkomt, doordat de pijnappelklier hierop reageert door de hoeveelheid melatonine aanmaak aan te passen aan de hoeveelheid licht dat er binnenkomt. Melatonine zorgt ervoor dat we moe worden en kunnen gaan slapen (3.3). Om een winterdepressie te kunnen diagnosticeren moet er een vast verband worden gezien tussen de seizoenen, lichtinval en een depressieve stoornis (3.4). Het begin van een winterdepressie wordt opgemerkt door een aantal symptomen (3.5). Lichttherapie is, door onderzoek aangetoond, een goede behandeling voor het verminderen van de klachten (3.6 en 3.7).
Op grond van het bovenstaande kunnen we dus concluderen dat de seizoensgebonden invloed in de westerse geneeskunde wordt vastgesteld door: een vast verband van de herfst, winter met lichtinval en een depressieve stoornis in een winterdepressie.
In het volgende hoofdstuk omschrijven we andere vormen van depressie en bekijken we hoe het seizoen in verband te brengen is met deze vormen van depressie.
4. Stemmingsstoornis en seizoen
4.1. Inleiding
In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat in de westerse geneeskunde de
winterdepressie een ziektebeeld is, wat toe te schrijven is aan een seizoen. Dit wordt
onderbouwd met een tekort aan licht dat we minder hebben in de herfst en winter.
We weten allemaal dat emotie stress kan veroorzaken, alleen is hier weinig over te vinden in de westerse geneeskunde. We kunnen vinden hoe het lichaam de temperatuur en emoties reguleren, maar we zien deze niet als een basis van bepaalde klachten. In
de Chinese geneeskunde kijkt een arts ook naar de emoties, die worden beleefd en ziet
deze ook als een onderdeel van ‘de’ ziekte. Het elementair verband, wat geschreven
staat in hoofdstuk één, wordt in dit hoofdstuk toegepast in verschillende depressieve
stoornissen. De vraagstelling in dit hoofdstuk is dan ook: ‘wat is het seizoensverband
van een depressieve- en een bipolaire stoornis?’
4.2. Depressie
Een depressie is een stemmingsstoornis en komt voor wanneer:
Een gevoel van somberheid los komt te staan van de aanleiding.
De somberheid plaats heeft gemaakt voor een somber stemming of gebrek aan vreugde.
De sombere stemming of gebrek aan vreugde langer dan twee weken aanhouden.
Er zijn twee vormen van depressie. Om vast te stellen welke vorm van depressie men
heeft wordt er eerst gekeken hoe vaak een depressie voorkomt. Hiermee delen ze een
depressie in twee groepen in, namelijk:
Een eenmalige depressieve periode. Het blijft bij een eenmalige episode.
Een depressieve periode die vaker terugkeert. De episodes herhalen zich twee of meerdere keren.
4.2.1. Ontwikkeling van een depressie
Een sombere gebeurtenis, bijvoorbeeld bij het overlijden van een naaste, kan ervoor
zorgen dat we sombere gevoelens hebben, sneller moe zijn en de kracht om iets te
ondernemen verliezen. Wanneer een sombere stemming blijft, gaat er wanhoop
ontwikkelen en wordt denken moeilijker. De aanleiding van de sombere gevoelens gaat
steeds verder weg staan, waardoor er niet meer begrepen wordt hoe de sombere
gevoelens zijn ontstaan. Angst en schuldbesef komen bij de somberheid wanneer het
niet meer te bevatten is. Het lichaam gaat reageren op de somberheid, wanhoop, angst
en schuldbesef waardoor er allerlei fysieke en psychische klachten kunnen ontstaan.
Wanneer dit meer dan twee weken, elke dag, het grootste deel van de dag speelt, kan
dit leiden tot een depressie.
Het is ook mogelijk om zonder een bewuste aanleiding sombere gevoelens te hebben en
sneller moe te zijn. Wanneer deze sombere gevoelens zich hetzelfde ontwikkelen als de
sombere gevoelens bij rouw kan dit ook tot een depressie leiden.
4.2.2. Symptomen
Om de diagnose van depressie vast te stellen, is er een combinatie van minstens vijf
symptomen nodig. Hoe erg de depressie is, ziet men aan de hoeveelheid en de
intensiteit van de symptomen.
Eén van deze symptomen is altijd:
Somberheid
een depressieve stemming
gebrek vreugde
Van de onderstaande overige symptomen zijn er nog vier aanwezig:
Veel veranderingen in gewicht zonder dat dit de intentie is
Het verliezen van eetlust
In cirkels denken
Het hebben van weinig mimiek, trage bewegingen en de houding is in elkaar gedoken
Het geven van korte antwoorden
Het hebben van negatieve gedachten, zichzelf beschuldigen en omlaag halen
Passiviteit
Teruggetrokken voelen
Zeer moe zijn, uitgeputheid
Besluiteloosheid
Droge ogen
Obstipatie of een gevoel dat er een steen in de maag zit
Een gevoel van zinloosheid en denken aan de dood of zelfdoding
Wanen die bij de stemming passen. Bijvoorbeeld de overtuiging hebben dat men een ziekte heeft wanneer dit niet het geval is, een hypochonder
Afhankelijkheid
Slaapproblemen, verlies van energie
Gejaagd, rusteloos, prikkelbaar en angstig gespannen
Verminderde concentratie
Pijn
Seksuele functiestoornissen
4.2.3. Seizoensverband
In een depressie kunnen zich er een aantal verschillende emoties voordoen. In de Chinese geneeskunde onderscheiden ze deze, doordat er per emotie andere klachten kunnen ontstaan. In een depressie komen verdriet, angst, woede, gebrek aan vreugde
en herhaaldelijk denken voor. We hebben kunnen zien welke klachten er bij welke emotie voorkomen in het eerste hoofdstuk. We bekijken de klachten van een depressieve stoornis en delen deze, zoals in de Chinese geneeskunde, in bij het desbetreffende element. In dit element staan emotie, klimaatfactoren en seizoenen in verband.
De symptomen die voorkomen in een depressieve stoornis en die ook voorkomen in het element metaal, de klimaatfactor droogte en de emotie verdriet zijn:
Zich teruggetrokken voelen
Zeer moe zijn, uitgeputheid
Besluiteloosheid
Droge ogen
Obstipatie of een gevoel dat er een steen in de maag zit
Zich zinloos voelen en denken aan de dood of zelfdoding
Wanneer we kijken naar de symptomen die ook voorkomen bij droogte en verdriet uit het element metaal is het denkbaar dat deze symptomen meer voorkomen in de herfst.
De symptomen die ook voorkomen in het element hout, de klimaatfactor wind/beweging en de emotie woede zijn:
Zich gejaagd voelen, rusteloosheid, prikkelbaar
Wanneer we kijken naar de symptomen van een depressieve stoornis, die gelijk zijn aan de symptomen van wind/beweging en woede uit het element hout is het denkbaar dat deze symptomen meer voorkomen in de lente.
De symptomen die ook voorkomen in het element vuur, de klimaatfactor warmte en de emotie vreugde zijn:
Afhankelijkheid
Wanen die bij de stemming passen. Bijvoorbeeld: de overtuiging hebben dat men een ziekte heeft wanneer dit niet het geval is; ook wel een hypochonder genoemd
Met de toepassing van dezelfde symptomen uit het element vuur, de warmte en vreugde is het denkbaar dat dit symptoom meer voorkomt in de zomer.
De symptomen die hetzelfde zijn zoals in het element aarde, de klimaatfactor vocht en herhaaldelijk denken zijn:
Veel veranderingen in gewicht zonder dit de intentie was
Het verliezen van eetlust
Het denken in cirkels
Het hebben van weinig mimiek, trage bewegingen en in elkaar gedoken houding
Het geven van korte, eenlettergrepige antwoorden op vragen
Het hebben van negatieve gedachten (zichzelf beschuldigen en omlaag halen)
Passiviteit
Met de toepassing van dezelfde symptomen die voorkomen bij vocht en herhaaldelijk
denken uit het element aarde, is het denkbaar dat deze symptomen meer voorkomen in
de nazomer.
Het is ook mogelijk dat de symptomen van een depressieve stoornis voorkomen in de
symptomen van meerdere elementen, klimaatfactoren en emoties. Bij het element vuur,
de klimaatfactor warmte, de emotie vreugde en het element water, de klimaatfactor kou
met de emotie angst, kunnen dezelfde symptomen ontstaan, zoals we die ook gezien
hebben in de depressieve stoornis. Dit zijn:
Slaapproblemen, verlies van energie.
Verminderde concentratie.
Wanneer we het elementair verband van hoofdstuk één toepassen op deze symptomen
is het denkbaar dat de symptomen meer voorkomen in de zomer en de winter. Hier
kennen we de verandering van de biologische klok door het verzetten van de tijd in deze
twee seizoenen.
Zo zien we ook dat bij het element metaal, de klimaatfactor droogte met de emotie
verdriet, het element water, de klimaatfactor kou met de emotie angst en het element
hout, de klimaatfactor wind/beweging en de emotie woede, symptomen voorkomen die
we ook zien in de depressieve stoornis, zoals:
Pijn
Seksuele functiestoornissen.
Met de toepassing van het elementair verband uit hoofdstuk één is het denkbaar dat
deze symptomen vaak voorkomen in de herfst, lente en de winter.
Wanneer het elementair verband wordt toegepast bij de symptomen van een
depressieve stoornis is het opmerkelijk dat de meeste symptomen vaak voorkomen in de
nazomer en de herfst.
4.3. Bipolaire stoornis
Een bipolaire stoornis is een manisch-depressieve stoornis. Bij een manisch depressieve
stoornis heeft men wisselende stemmingen. De stemming, het denken en handelen
gaan helemaal de andere kant op. De depressie wisselt af met manie, hypomanie of
met gemengde periodes.
Wanneer iemand manisch is heeft de persoon een gevoel van overmatige vreugde. Het
gevoel van overmatige vreugde wisselt af met sneller boos zijn. Bij een ernstige vorm
van manie verliest men de contact met de realiteit en krijgt men wanen en hallucinaties.
Hypomanie is een lichtere variant dan de manie. Bij hypomanie is er ook sprake van
overmatige vreugde die wordt afgewisseld met sneller boos zijn, maar dan zonder verlies
van de contactrealiteit, wanen en hallucinaties.
In de gemengde periode komen de manische periode en depressieve periode
afwisselend van elkaar of gelijktijdig voor.
Er zijn drie vormen van een bipolaire stoornis:
Bipolaire stoornis I
Bipolaire stoornis II
Bipolaire stoornis Niet Anderszins Omschreven (NAO)
4.3.1. Ontwikkeling bipolaire stoornis
Een bipolaire stoornis ontwikkelt zich wanneer er naast, of los van een depressieve
stemming, perioden voorkomen met manie, hypomanie of een gemengde periode.
Om de diagnose bipolaire stoornis I vast te stellen zijn er meerdere mogelijkheden:
Er kan een eenmalige manische periode zijn geweest zonder een eerder depressieve periode.
Er is nu of zeer recent een hypomane of een depressieve periode geweest en in het verleden zeker één manische periode.
Er is nu of zeer recent een manische of een gemengde periode geweest en in het verleden is er zeker één depressieve, manische of een gemengde periode.
Een periode die niet gespecificeerd is of er momenteel of zeer recent een manische, een hypomane, een gemengde of depressieve periode is geweest. In het verleden is er zeker één manische, of gemengde periode geweest.
De bipolaire stoornis II wordt gediagnosticeerd bij herhaaldelijk één of meerdere
depressieve periodes met minimaal één hypomane periode. In de bipolaire stoornis II is
er nooit een manische of een gemengde periode geweest.
De bipolaire stoornis NAO omvat stoornissen die bipolaire kenmerken hebben, maar niet
voldoen aan de criteria voor de diagnose van een specifieke bipolaire stoornis.
4.3.2. Symptomen
Wanneer een periode langer dan een week aanhoudt, kunnen de volgende symptomen voorkomen:
Een geprikkelde stemming, irritatie, boosheid.
Herhaald passief denken, de gedachtegang gaat versneld.
De persoon wordt overrompeld in het contact.
Het doen van onverantwoorde dingen. Bijvoorbeeld schade aan werk, sociale activiteiten of relaties veroorzaken.
Een extreem gevoel van vreugde.
Hij/ zij reageert overal op; spraakzamer.
Hij/ zij neemt alle ruimte in.
Snel afgeleid.
Veel zelfvertrouwen, grootheidswanen en een gevoel van onkwetsbaarheid.
Een verhoogd energieniveau en verminderde slaapbehoefte
Iemand voelt zich niet ziek, maar zeer goed. Wie aandringt om naar de dokter te gaan of wijst op medicijnen is niet goed wijs. Het gevolg van een bipolaire stoornis is vaak een gedwongen opname tegen protest.
4.3.3. Seizoensverband
We hebben bij de depressieve stoornis gezien dat volgens de Chinese geneeskunde de
klachten verbonden kunnen staan met een element. In de bipolaire stoornis wisselt de
stemming met een depressieve stoornis. Het element dat behoort bij de depressieve
stoornis uit paragraaf 4.2.3. van dit rapport, is hier ook wisselend van kracht. De
bipolaire stoornis op zich heeft naast de perioden van de depressieve stoornis ook nog
andere symptomen. Deze symptomen worden ook ingedeeld in het element waar
dezelfde symptomen voorkomen.
De symptomen, die voorkomen in een bipolaire stoornis en die ook voorkomen in het element hout, de klimaatfactor wind/beweging en de emotie woede, zijn:
Een geprikkelde stemming, irritatie, boosheid.
Herhaald passief denken, de gedachtegang gaat versneld.
De persoon wordt overrompeld in het contact.
Het doen van onverantwoorde dingen. Bijvoorbeeld schade aan werk, sociale activiteiten of relaties veroorzaken.
Wanneer we het elementair verband toegepast hebben op de symptomen, die ook
voorkomen in de klimaatfactor wind/beweging en de emotie woede van het element
hout, is het denkbaar dat deze symptomen meer voorkomen in de lente.
De symptomen die ook voorkomen bij het element vuur, de klimaatfactor warmte en de
emotie vreugde zijn:
Een extreem gevoel van vreugde.
Hij/ zij reageert overal op, spraakzamer.
Neemt alle ruimte in.
Snel afgeleid.
Veel zelfvertrouwen, grootheidswanen en een gevoel van
onkwetsbaarheid.
Heeft een verhoogd energieniveau en verminderde slaapbehoefte
Iemand voelt zich niet ziek, maar zeer goed. Wie aandringt om naar de dokter te gaan of wijst op medicijnen is niet goed wijs. Het gevolg van een bipolaire stoornis is vaak een gedwongen opname tegen protest.
Doordat de symptomen van een bipolaire stoornis hetzelfde zijn als die van de
klimaatfactor warmte en de emotie vreugde van het element vuur, is het denkbaar dat
deze symptomen meer voorkomen in de zomer.
Wanneer het elementair verband wordt toegepast bij de symptomen van een
bipolaire stoornis is het opmerkelijk dat de meeste symptomen vaak voorkomen in de
lente en de zomer.
4.4. Conclusie
In dit hoofdstuk hebben we de volgende vraagstelling uitgewerkt: ‘hoe kunnen we het elementair seizoensverband toepassen in een depressieve stoornis? Met behulp van de uitwerking van een depressieve stoornis en een bipolaire stoornis geven we antwoord op deze vraagstelling.
Een depressie ontstaat wanneer somberheid los komt te staan van de aanleiding en de
somberheid plaats maakt voor een sombere stemming of gebrek aan vreugde en dit
langer dan 2 weken aanhoudt. Men spreekt van een eenmalige depressieve periode of
een depressieve periode die meerdere malen terugkeert (4.2). Het kan zich ook
ontwikkelen zonder een specifieke aanleiding (4.2.1). Voor een diagnose van een
depressieve stoornis moet men voldoen aan een aantal symptomen (4.2.2). Om deze te
verbinden aan een seizoen passen we de elemententheorie toe. De symptomen van een
depressieve stoornis passen in de symptomen van de klimaatfactoren en emoties uit de
elemententheorie, waar er ook een verband is te zien met de seizoenen.
Een bipolaire stoornis is een manisch depressieve stoornis waarbij men last heeft van
stemmingswisselingen en waarbij het denken en handelen helemaal de andere kant op
gaan. Er zijn drie varianten van een bipolaire stoornis. Door de verschillende kenmerken
kan de juiste vorm van diagnose vastgesteld worden (4.3). De bipolaire stoornis
ontwikkelt zich naast of los van een depressieve periode. Manie, hypomanie en een
gemengde periode horen bij de bipolaire stoornis (4.3.1). Wanneer deze perioden langer
aanhouden dan een week kunnen er verschillende symptomen ontstaan (4.3.2). Doordat
in de bipolaire stoornis duidelijker naar voren komt dat men overmatige vreugde heeft
afwisselend met sneller boos zijn, is het gemakkelijker om een brug te maken naar de
elemententheorie.
Toch bekijken we de symptomen van de bipolaire stoornis en delen deze in bij de emotie
waar ze passen. Ook dan komen deze twee emoties duidelijk naar voren (4.3.3).
Op grond van bovenstaande redeneringen kunnen we concluderen dat we het
elementair seizoensverband te leggen is met een depressieve- en een bipolaire stoornis
door te kijken naar de symptomen van de ziektebeelden en deze in te delen bij een
klimaatfactor en emotie uit het elementair verband. Deze klimaatfactor en emotie horen
bij een bepaald seizoen.
Het volgende hoofdstuk bevat de samenvatting en de eindconclusie.
5. Samenvatting en eindconclusie
In dit onderzoeksrapport is door literatuuronderzoek getracht een antwoord te geven op de onderstaande, geformuleerde onderzoeksvraag. Op basis van vier deelvragen werd er naar een antwoord op deze onderzoeksvraag gezocht. De centrale onderzoeksvraag in dit rapport was:
‘IN HOEVERRE IS HET DENKBAAR DAT JAARGETIJDEN INVLOED HEBBEN OP DE STEMMING EN GEESTELIJKE GEZONDHEID VAN DE MENS?’
Als eerste werd de volgende deelvraag onderzocht: wat is het verband tussen de vijf elementen en de seizoenen?
De vijf elementen metaal, water, hout, vuur en aarde zijn in de Chinese geneeswijzen de basis voor de bepaling van het ziektebeeld. Uit onderzoek werd duidelijk dat deze vijf elementen ieder in verband staat met een van de vijf seizoen, een van de vijf klimaatfactoren en een van de vijf emoties. De vijf seizoenen zijn: herfst (1.2.1), winter (1.3.1), lente (1.4.1), zomer (1.5.1) en nazomer (1.6.1). De vijf klimaatfactoren die daarmee in verband staan in dezelfde volgorde zijn: droogte (1.2.1), kou (1.3.1), wind/ beweging (1.4.1), warmte (1.5.1) en vocht (1.6.1). De vijf emoties die daarbij horen zijn: verdriet (1.2.2), angst (1.3.2), woede (1.4.2), vreugde (1.5.2) en herhaaldelijk denken ( 1.6.2). Bij een disharmonie van een klimaatfactor en/ of emotie kunnen er onevenwichtigheden ontstaan, die klachten kunnen veroorzaken. Wat deze onevenwichtigheden of klachten zijn is afhankelijk van de klimaatfactor of de emotie die uit balans is.
In het tweede hoofdstuk is onderzocht hoe het lichaam reageert op stemming en emotie volgens de visie van de Westerse geneeskunde. Het is gebleken dat het limbisch systeem in onze hersenen het emotionele brein is. Dit deel van de hersenen bestuurt de emotionele herinnering, emotionele kleuring, de eetlust, de slaapcyclus, het libido en zet de emotionele toon positief of negatief. Hoe actiever het limbisch systeem is, des te negatiever de persoon is. Men heeft een positieve houding wanneer dit systeem minder actief is (2.2).
De emotie op zichzelf kan tot stand komen door stress. Wanneer de draagkracht van de hoeveelheid stress niet voldoende is krijgt men klachten (2.3). De verandering van temperatuur is ook een vorm van stress voor het lichaam. Deze moet er continu voor zorgen dat de lichaamstemperatuur rond de zevenendertig graden Celsius blijft (2.4).
In het derde hoofdstuk hebben we de volgende deelvraag onderzocht: hoe stellen we in de westerse geneeskunde de seizoensgebonden invloed vast?
Na het onderzoek bleek dat Seasonal Affective Disorder in de herfst en winter kan
ontstaan (3.3). Er is dan sprake van lichamelijke klachten door een tekort aan licht. Bij
de mildere varriant Syndromal Seasonal Affective Disorder is er alleen sprake van een
tekort aan licht (3.2). Deze vorm van depressie wordt met een positief resultaat
behandeld met lichttherapie (3.6). Hier is ook onderzoek naar gedaan (3.7).
In hoofdstuk vier is onderzocht wat het seizoensverband van een depressieve- en
bipolaire stoornis is. Wanneer men aan een depressie lijdt is er een sombere stemming
en gebrek aan vreugde, wat langer dan twee weken aanhoudt. De depressie kan
eenmalig of meerdere keren voorkomen (4.2). Bij een bipolaire stoornis komt iemand
wisselend terecht in een depressie en in periodes waarin stemming, denken en handelen volledig de verkeerde kant op gaan. De depressieve periodes wisselen af met manie,
hypomanie of gemengde periodes (4.3). Bij beide stemmingsstoornissen is er sprake van één of meerdere van de vijf emoties, welke in hoofdstuk één van dit rapport
beschreven zijn. Wanneer we de symptomen van deze emoties vergelijken met de
symptomen van een depressie of een bipolaire stoornis, zien we dat de symptomen van
één of meerdere emoties overeenkomen met de symptomen van een depressie of
bipolaire stoornis. Doordat deze emoties in de Chinese geneeswijze in verband staan
met de seizoenen is het ook denkbaar dat deze stemmingsstoornissen een
seizoensgebonden verband kunnen hebben (4.2.3, 4.3.3).
Door middel van de onderstaande deelvragen uit hoofdstuk één tot en met vier is antwoord gegeven op de centrale vraagstelling.
Wat is het verband tussen de vijf elementen en de seizoenen?
Hoe reageert het lichaam op stemming en emotie volgens de visie van de Westerse geneeskunde?
Hoe stellen we in de westerse geneeskunde de seizoensgebonden invloed vast in de Seasonal Affective Disorder?
Wat is het seizoensverband van een depressieve- en een bipolaire stoornis?
Conclusie
Op basis van de conclusies van bovenstaande vragen, kan de onderzoeksvraag (‘In hoeverre is het denkbaar dat jaargetijden invloed hebben op de stemming en geestelijke gezondheid van de mens?’) beantwoord worden. De eindconclusie is dat de jaargetijden op de volgende wijze invloed op de stemming en geestelijke gezondheid van de mens kan hebben:
Door een disbalans van één van de vijf emoties, die worden gereguleerd in de hersenen, het lichaam aansturen en corresponderen met de vijf elementen, vijf klimaatfactoren en vijf seizoenen kunnen er onevenwichtigheden in het lichaam ontstaan. Deze onevenwichtigheden kunnen zich uiten in lichamelijke en geestelijke klachten. Bijvoorbeeld in een depressie of bipolaire stoornis waarbij men overeenstemmende klachten beleeft, die men ook kan krijgen van de vijf emoties, vijf klimaatfactoren, vijf elementen en dus ook de vijf seizoenen. Hierdoor is het denkbaar dat een depressie of bipolaire stoornis seizoensgebonden kan zijn.
Ook door een tekort aan licht, wat we ervaren in de herfst en winter, is het mogelijk dat men een Seasonal Affective Disorder krijgt. Deze stemmingsstoornis wordt ook wel een winterdepressie genoemd.
Bronnen:
Beinfield H. & Basisboek Chinese geneeswijzen, vertaling van Between
Korngold E. (1991) Heaven and Earth.
Bocken P. (2008) Beknopte integrale ziekteleer, derde druk.
Brosschot J. & Stress, de invloed van spanning op lichaam en geest.
Olff M. (1995)
Dale C. (2009) Het subtiele lichaam, vertaling van The Subtle Body.
Goswami A. (2004) De kwantum dokter,vertaling van The Quantum Doctor.
Gerber R. (1988) Handboek energetische geneeskunde, De helende
kracht van subtiele energie,vertaling vanVibrational
Medicine: New Choices for Healing Ourselves.
Hellpach Geopsyche.
Prof. Dr. W. (1949)
Hoofdakker van den R.H. & Depressie.
Albersnagel F.A. &
Tilburg van W. &
Ormel J. &
Brink van den W. (1999)
Kaiser M. (2002) Het weer en de invloed op je gezondheid, vertaling van
How theWeather Affects Your Health.
Kaptchuk T.J. (1983) Handboek Chinese geneeswijzen, vertaling van The Web
That Has No Weaver.
Köhnlechner M. (1976) In augustus sterft men niet,vertaling van Man stirbt nicht
im August.
Koster van Groos G.A.S. Diagnostische Criteria van de DSM-IV-TR.
(2001)
Lang van de G. (2002) Elk seizoen in je element.
Meesters Y. (2002) Leven met een winterdepressie.
Meijer K. (1995) Handboek Psychosomatiek.
Thorwald J. (1962) Oude geneeskunst, vertaling van Macht und Geheimnis
der frühen Ärzte.
Verstappen F. (2009) Medische Basiskennis, derde druk.
Zwart B. (1985) Het weer van seizoen tot seizoen,1985.